Knelpunt 2: Pgb-regelgeving conflicteert met arbeidswetgeving
Het pgb stelt burgers in staat om hun eigen zorg in te kopen en zo zelf regie te voeren over hun zorg en leven. Indien budgethouders ook werkgever van hun zorgverlener zijn, hebben zij naast de verplichtingen uit de pgb-regelgeving ook te maken met arbeidswetgeving. De afgelopen jaren is er in de arbeidswetgeving toenemende aandacht voor de bescherming van werknemersrechten. Zo worden er maatregelen genomen die betrekking hebben op het terugdringen van de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Gezien het flexibele karakter van de zorginzet door budgethouders, hebben deze maatregelen ook effect op werkgeverschap binnen het pgb. Waar eerst binnen het pgb de nadruk lag op flexibele inzet van het pgb-budget en eigen regie van de budgethouder, is er nu ook steeds meer aandacht voor de rechten van de zorgverlener als werknemer.
De SVB ziet dat arbeidswetgeving vaak conflicteert met de uitgangspunten van de pgb wet- en regelgeving en de vaak onvoorspelbare zorgvraag van de budgethouder. Zo stelt bijvoorbeeld de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) eisen rondom oproepcontracten. Wanneer een budgethouder een zorgverlener met een oproepcontract binnen 4 dagen afzegt, heeft de zorgverlener toch recht op het loon over de uren waarop hij/zij was opgeroepen. Dit sluit echter niet aan bij pgb-regelgeving die stelt dat alleen daadwerkelijk geleverde zorg uit het pgb betaald mag worden. Deze situatie is complex voor de budgethouder die zich wil houden aan de pgb-regelgeving, maar ook de zorgverlener wil bieden waar hij/zij recht op heeft. Het voldoen aan alle wet- en regelgeving is voor veel budgethouders dan ook ingewikkeld of simpelweg niet uitvoerbaar. De SVB ondersteunt de budgethouder in deze situaties en kan optreden als bemiddelaar met ketenpartners. Deze casussen vragen veel capaciteit van de uitvoering van de SVB.

Oplossingsrichting knelpunt 2: zorg voor een alternatieve financiering van informele zorgverleners
Door conflicterende arbeidswetgeving kan een budgethouder vaak niet aan alle wetgeving voldoen. Door een alternatieve financiering voor informele zorgverleners te realiseren en deze zo uit het arbeidsrecht te halen kan het pgb weer eenvoudiger en flexibel ingezet worden zoals het bedoeld is. Daarnaast is er minder ondersteuning vanuit de SVB nodig bij bemiddeling met verschillende ketenpartners.
Yasmine (61) woont zelfstandig en ontvangt een pgb uit de Wmo om te voorzien in haar zorgvraag. Bram (59) ondersteunt Yasmine bij haar zorgvraag en is inkomensafhankelijk van het inkomen uit het pgb van Yasmine. Recent is de zorgvraag van Yasmine verzwaard en er is besloten dat zij naar een wooninstelling moet verhuizen. Yasmine kan over een maand terecht in de wooninstelling en dan zal ook haar pgb stopgezet worden. Yasmine zegt de arbeidsovereenkomst met Bram op, maar er geldt een opzegtermijn van 3 maanden.
Volgens het arbeidsrecht heeft Bram recht op doorbetaling van het loon voor de duur van de opzegtermijn. Vanuit de pgb-regelgeving mag daarentegen alleen daadwerkelijk geleverde zorg betaald worden. De loondoorbetaling tijdens de opzegtermijn mag dan ook niet uit het pgb betaald worden, bovendien is het budget stopgezet. Tijdens de opzegtermijn heeft Bram geen recht op een uitkering vanuit het UWV. Wil Yasmine het loon van Bram doorbetalen, dan zal zij dit zelf moeten bekostigen. Zolang er niet een oplossing wordt gevonden, komt de bestaanszekerheid van zowel de zorgverlener als de budgethouder in gevaar. Bram en Yasmine proberen via de SVB een oplossing te vinden voor de situatie.
De SVB ondersteunt Bram en Yasmine door als een bemiddelaar op te treden met de verschillende ketenpartners (verstrekkers en/of UWV). Vaak kan er zo een oplossing worden gevonden, waardoor Bram doorbetaald wordt en dit niet ten laste komt van Yasmine. Dit is echter een complex proces waar de SVB één tot drie maanden mee bezig is om tot een gezamenlijke oplossing te komen.
