Klimaatneutrale bedrijfsvoering
Wij werken toe naar een klimaatneutrale bedrijfsvoering in 2030. De overheid ziet voor zichzelf een voorbeeldrol en wil daarom al in 2030 resultaat bereikt hebben. Wij hebben ons hierbij aangesloten, want een veilig klimaat en milieu zijn ook belangrijk voor bestaanszekerheid. De SVB wil in 2025 de CO₂-uitstoot gehalveerd hebben ten opzichte van 2019. Deze doelstelling is behaald.
CO2-voetafdruk 2024 gedaald door groene stroom
De overstap naar groene stroom per 1 januari 2024 is duidelijk zichtbaar in onze CO2-voetafdruk . De uitstoot over heel 2024 komt uit op 1.604 ton CO2. Over 2023 was dit nog 3.932 ton CO2. Door deze verschuiving is aardgas de grootste factor voor CO2-uitstoot geworden in de CO2-voetafdruk.
CO2-uitstoot over 2024
De CO2-uitstoot is weergegeven in een grafiek voor het basisjaar 2021 en voor de jaren 2023 en 2024.
Categorie | 2021 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|
Aardgasverwarming | 970 | 527 | 552 |
Elektriciteit | 3.645 | 2.672 | 353 |
Zakelijke reizen | 116 | 264 | 233 |
Stadswarmte | 191 | 205 | 198 |
OV-kilometers | 17 | 106 | 125 |
Vliegreizen | 12 | 83 | 101 |
Brandstof eigen wagenpark | 36 | 73 | 37 |
Ingekochte diesel | 1 | 3 | 4 |
Totaal | 4.988 | 3.932 | 1.604 |
Per scope is de verdeling als volgt:
- scope 1: 594 ton CO2-uitstoot (37%). Dit is een daling van 1,5% ten opzichte van 2023
- scope 2: 551 ton CO2-uitstoot (34%). Dit is een daling van 80% ten opzichte van 2023
- scope 3 (zakelijk reizen): 460 ton CO2-uitstoot (29%). Dit is een stijging van 1,7% ten opzichte van 2023
Bij het afronden van deze rapportage hebben we vastgesteld dat er vluchten zijn die nog ontbreken in de CO2-voetafdruk. Dit komt omdat deze vluchten op een andere manier geboekt worden. De impact van deze vluchten op de CO2-voetafdruk zal in de volgende voortgangsrapportage worden meegenomen. En de CO2-voetafdruk over 2024 wordt dan opnieuw berekend.
CO2-uitstoot in 2024 voor aardgasverwarming en elektriciteit
Over de periode 2021-2024 zien we een sterke daling van de CO2-uitstoot voor elektriciteit door de overstap op groene stroom. Het verbruik van elektriciteit stijgt wel. Het verbruik dat nu nog zichtbaar is komt voornamelijk door de locatie in Utrecht Papendorp. Deze locatie wordt door ons gehuurd en op deze locatie wordt nog geen groene energie gebruikt. Op basis van de cijfers zien we bij elektriciteit een vermindering van 2.672 ton in 2023 naar 353 ton in 2024.
Voor aardgasverwarming is er over dezelfde periode een lichte stijging te zien. Ook zien we een geringe stijging in de totale afname van aardgas. Op basis van de cijfers zien we bij aardgasverwarming een stijging van 527 ton in 2023 naar 552 ton in 2024.

CO2-uitstoot in 2024 zonder aardgasverwarming en elektriciteit
Over de periode 2021-2024 zien we een wisselend beeld van de CO2-uitstoot voor de overige categorieën. Zo zien we bijvoorbeeld dat de totale vraag naar stadswarmte is gedaald. Voor zakelijk reizen is de uitstoot gedaald doordat we een elektrisch wagenpark gebruiken en doordat medewerkers minder zakelijke kilometers maken met de privé-auto. Andere categorieën van vervoer stijgen wel. Onder meer vliegreizen.

Cijfers uitstoot in tonnen voor respectievelijk 2021, 2022, 2023 en 2024:
aardgasverwarming: 970 - 613 - 527 - 552
elektriciteit: 3.645 - 3.238 - 2.672 - 353
zakelijke reizen: 116 - 213 - 264 - 233
stadswarmte: 191 - 156 - 205 - 198
OV-kilometers: 17 - 48 - 106 - 125
vliegreizen: 12 - 98 - 83- 101
brandstof eigen wagenpark: 36 - 33 - 73 - 37
ingekochte diesel: 1 - 1 - 3 - 4
Voortgang op doelstellingen
We liggen op schema voor de hoofddoelstelling. De tussendoelstelling om in 2025 halverwege te zijn is behaald, al voor de overstap naar groene stroom in 2024.
Deze doelstelling is eerder al behaald. Voor 2025 sturen we daarom op een daling van 4% van het gasverbruik in m3 ten opzichte van 2023.
Sinds februari 2024 gebruiken we elektrische poolauto’s. Het behalen van de doelstelling ligt op schema. Op dit moment is 74% van het wagenpark elektrisch (43 van de 58 auto’s).
Deze doelstelling is behaald, maar we zien nog steeds een stijging in de zakelijke mobiliteit. Daarom monitoren we de resultaten. Over 2024 ging het om 233 ton, in 2016 (meetjaar 2015) was dit 880 ton CO2. We verwachten dat de zakelijke mobiliteit in 2025 gaat stabiliseren.
Voortgang ketenanalyses
IT-hardware is een belangrijke veroorzaker van CO2-uitstoot in scope 3. Vandaar dat we deze categorie hebben uitgediept met een ketenanalyse. En we hebben meer specifieke maatregelen genomen om te sturen op langer gebruik en minder exemplaren.
De totale jaarlijkse uitstoot van IT-hardware is gedaald van 1.240 (de basismeting in 2023) naar 1.107 ton (eind 2024). Een afname van 10,7% ten opzichte van de basismeting (de eerste ketenanalyse) die is opgesteld begin 2023. Dit is vooral is te danken aan de afname van het aantal printers. Ook de overstap op groene stroom is hierin doorgerekend.
In de praktijk hebben we maatregelen genomen die zorgen dat hardware langer gebruikt wordt en waardoor er minder hardware nodig is:
- telefoons worden niet meer standaard uitgereikt aan nieuwe medewerkers of standaard vervangen
- laptops worden gerepareerd als dat mogelijk is. Op dit moment worden laptops vervangen na de volledige technische levensduur van 5 jaar
- schermen worden de volledige levensduur gebruikt
Energieverbruik
Het energieverbruik van IT-systemen wordt steeds beter inzichtelijk door aparte meters te plaatsen en door het verbruik van systemen in kaart te brengen via dashboards.
De CO2-uitstoot van inhuur wordt voor meer dan 90% veroorzaakt door woon-werkverkeer. In de eerste berekening van 2023 was de uitstoot 881 ton. Inmiddels is dit gedaald met 12% naar 774 ton in december 2024. Deze daling in de uitstoot hangt rechtstreeks samen met de daling van het aantal inzetten via de broker. De uitstoot wordt daarom op meerdere momenten in een jaar bepaald.
Deelnemen aan initiatieven
We nemen deel aan verschillende initiatieven waardoor we met andere partijen uit de keten van elkaar leren en onze eigen inzichten delen. We doen dat onder meer in de Community of Practice CO2-Prestatieladder van de Rijksoverheid . Begeleiding is er vanuit Pianoo en de Stichting SKAO. Daarnaast zijn we actief deelnemer aan het Platform MVO van de Rijksbrede Benchmarkgroep (RBB groep). Hierin delen duurzaamheidsadviseurs van de aangesloten organisaties hun ervaringen en kijken zij vooruit naar nieuwe ontwikkelingen.
We hebben dit onderzoeksproject in samenwerking met Binnenlandse Zaken en de Kamer van Koophandel (KvK) afgerond, omdat er onvoldoende voortgang was te verwachten. De leeropbrengsten zijn samengebracht in een overzicht.
Wij zetten generatieve AI (GenAI ) op dit moment alleen in voor experimenten. Dit omdat GenAI ongewenste neveneffecten kan hebben voor burgers. Om ervaring op te doen en de voordelen van de nieuwe technieken te onderzoeken, nemen wij deel aan experimenten. Een van die experimenten is project Linnaeus. Linnaeus is een onderzoek samen met UWV naar welk AI-taalmodel goed te trainen is voor het sociaal domein.
Wij zijn initiatiefnemer van de duurzaamheidsvragen en het duurzaamheidsonderzoek dat we aan het project Linnaeus koppelen.
Onderzoeksvragen zijn voorlopig:
- In potentie heeft GenAI negatieve consequenties voor duurzaamheid door het grote energieverbruik. Hoe groot is dat verschil? Wat kunnen we doen om deze consequenties te verkleinen?
- Is het mogelijk om GenAI alleen in te zetten als het van toegevoegde waarde is voor de toepassing?
- Als we GenAI gebruiken, hoe kunnen we dan sturen op in één keer goed gebruik zodat er minder energie verbruikt wordt door mislukte vragen?
Later in het project specificeren we wat we in de metingen exact kunnen meenemen. Begin 2025 wordt eerst de hardware ingericht die daarvoor nodig is.
Het experiment is gestart met UWV, Logius en Stichting Rinis. DUO en Kamer van Koophandel hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in de resultaten. Eerder was er vanuit de SVB al afstemming met de projectgroep van Linnaeus. We inventariseren nu ook (Gen)AI-experimenten van andere organisaties. Dit doen we om te zien waar en hoe duurzaamheid is meegenomen in de vraagstelling om die ervaringen mee te kunnen nemen in het eigen onderzoek.
Resultaten vorige perioden
Bekijk ook de resultaten van vorige perioden.