U heeft samen een huishouding als:
- u met iemand van 18 jaar of ouder op hetzelfde adres woont en
- u allebei bijdraagt aan het huishouden. Bijdragen aan het huishouden is hetzelfde als voor elkaar zorgen. Dit kan op 2 manieren:
- meebetalen aan kosten van het huishouden, zoals woonkosten, kosten voor levensonderhoud en overige kosten, of
- voor elkaar zorgen met bijvoorbeeld schoonmaken, boodschappen doen, administratie doen, koken, elkaar verzorgen bij ziekte
Het meebetalen of voor elkaar zorgen moet enige omvang hebben en vaker zijn dan af en toe.
Er zijn 2 verschillende situaties:
Situatie 1
De persoon met wie u woont draagt bij aan het huishouden. Er is dan een
gezamenlijke huishouding en u krijgt geen Anw-uitkering.
Situatie 2
De persoon met wie u woont draagt niet bij aan het huishouden. Er is dan geen gezamenlijke huishouding en u krijgt een Anw-uitkering. Is deze persoon 21 jaar of ouder? Dan noemen we deze persoon een kostendeler. Dit kan iedereen zijn. Dus ook uw kind, of uw vader of moeder. U krijgt dan een lagere Anw-uitkering. U moet dan wel aan de andere voorwaarden voldoen.
Voorbeeld
U heeft een Anw-uitkering. Uw kinderen van 14 en 17 jaar wonen bij u thuis. Uw broer (52 jaar) komt na zijn scheiding bij u inwonen. Hij betaalt mee aan de kosten van het huishouden, kookt, doet boodschappen en doet ook klusjes in huis. Uw broer draagt bij aan het huishouden. U heeft een gezamenlijke huishouding met hem. Daarom stopt uw Anw-uitkering.
Wat als uw broer meebetaalt aan de kosten van het huishouden, maar verder niets doet in huis? Uw broer draagt dan bij aan het huishouden. U heeft dan een gezamenlijke huishouding. Dan stopt uw Anw-uitkering.
En wat als uw broer niet of maar weinig bijdraagt aan het huishouden? U heeft dan geen gezamenlijke huishouding. Hij is wel een kostendeler. U houdt dan uw Anw-uitkering, maar deze wordt dan wel lager.