PGB onder druk: SVB pleit voor urgente vereenvoudiging
Het persoonsgebonden budget geeft burgers met een zorgbehoefte meer keuzevrijheid over de zorg die zij nodig hebben. Maar het stelsel staat onder druk en brengt onbedoeld budgethouders in de knel. Daarom moet het in het belang van budgethouders zo snel mogelijk op onderdelen vereenvoudigd worden. Dit staat in een knelpuntenbrief van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) die onlangs aan de Tweede Kamer is aangeboden.

In de brief benoemt de SVB enkele problemen waarmee budgethouders geconfronteerd worden. Deze knelpunten raken burgers en vormen een risico voor de toekomstbestendigheid van de uitvoeringstaken die de SVB in het pgb-domein heeft.
Conflicterende wetgeving en toenemende administratieve lasten
Het voornaamste knelpunt betreft de toename in werkgeverstaken en administratieve lasten. Budgethouders die een arbeidsovereenkomst afsluiten met een zorgverlener, worden beschouwd als werkgever met alle bijbehorende plichten en verantwoordelijkheden. Ondanks dat de SVB budgethouders ondersteunt, ziet de organisatie dat deze werkgeverstaken te belastend en complex voor hen worden. Het gevolg is dat ze steeds minder de regie kunnen voeren over de invulling van hun zorgvraag, een grondbeginsel van het persoonsgebonden budget.
Dit wordt verergerd doordat pgb-wetgeving conflicteert met arbeidswetgeving en de vaak onvoorspelbare zorgvraag van de budgethouder. Zo stelt bijvoorbeeld de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) eisen rondom oproepkrachten. Wanneer een budgethouder een zorgverlener met een oproepcontract binnen vier dagen afzegt, heeft de zorgverlener toch recht op het loon over de uren waarop hij of zij was opgeroepen. Dit botst echter met pgb-regelgeving die stelt dat alleen daadwerkelijk geleverde zorg uit een pgb betaald mag worden. Het voldoen aan alle wet- en regelgeving is voor budgethouders ingewikkeld, stressvol en dreigt onuitvoerbaar te worden.
Een ander probleem is de uiteenlopende manier waarop het pgb wordt toegepast binnen de vier zorgwetten en door gemeenten onderling. Dit leidt soms tot complexe situaties waarbij budgethouders die naar een andere gemeente verhuizen of onder een andere zorgwet terechtkomen, plotseling niet meer over voldoende middelen beschikken om aan hun zorgbehoefte te voldoen.