Heeft u met uw zorgverlener een arbeidsovereenkomst voor 4 of meer dagen in de week afgesloten? Dan betaalt u maandelijks een bedrag om uw zorgverlener te verzekeren voor een uitkering bij werkloosheid. Dit bedrag heet de premie Werkloosheidswet (WW-premie). U betaalt deze premie uit uw budget.
Vanaf 1 januari 2020 zijn er 2 premies voor de Werkloosheidswet: een lage premie van 2,94% en een hoge premie van 7,94%. De premie wordt elk jaar per 1 januari vastgesteld.
Wanneer de lage WW-premie
Werkgevers betalen een lage WW-premie als de arbeidsovereenkomst aan 3 voorwaarden voldoet:
- de overeenkomst is schriftelijk vastgelegd
- de werknemer is voor onbepaalde tijd in dienst
- u heeft in de overeenkomst een vast aantal uren per week of per maand afgesproken
Voldoet de arbeidsovereenkomst met uw zorgverlener niet aan al deze voorwaarden? Dan betaalt u het hoge tarief.
Voorbeeld
U betaalt het hoge tarief. In de loop van het jaar verandert u de overeenkomst, waardoor u wel aan de voorwaarden voor het lage tarief voldoet. U betaalt dan voor deze zorgverlener de rest van het jaar het hoge tarief. Pas vanaf het volgende jaar betaalt u het lage WW-tarief.
Uitzondering
Er zijn 3 situaties waarin het hoge tarief voor de WW-premie altijd geldt:
- als de arbeidsovereenkomst stopt binnen 2 maanden nadat de overeenkomst is ingegaan
- als de zorgverlener binnen 1 jaar nadat de overeenkomst is ingegaan een Werkloosheidsuitkering aanvraagt
- als er in een jaar 30% of meer extra uren zijn gewerkt dan in de overeenkomst is afgesproken
Voorbeeld
Uw zorgverlener heeft een overeenkomst voor 20 uur per week, maar werkt in het jaar gemiddeld 30 uur per week. U moet dan het hoge tarief nabetalen.